Persoonsgebonden budget


De regio West-Brabant West kent met ingang van 2020 beleidsregels voor persoonsgebonden budget (PGB) die aansluiten op de werkwijze voor zorg in natura. De gemeenten vinden het in het belang van het kind dat een zorgvuldige afweging wordt gemaakt welke vorm van zorg wordt ingezet. PGB is een mogelijk uitkomst, maar dat kan pas worden bepaald als de zorgvraag helder is voor de Jeugdprofessional die het gezin begeleidt.

Daarom moet de reguliere procedure doorlopen worden om een gezinsplan op te stellen. De afweging voor inzet van PGB of zorg in natura (ZIN) kan pas worden gemaakt wanneer duidelijk is:

  • Welke zorgvraag en welk zorgverleden er is.
  • Wat het gezin zelf kan doen om de problematiek te verminderen of stabiliseren.
  • Welke rol het sociaal netwerk kan spelen.
  • Welke diensten uit het voorliggend vel  kunnen worden ingezet.
  • Of de Jeugdprofessional met ambulante ondersteuning kan zorgen voor vermindering van de problematiek.

Als de Jeugdprofessional van mening is dat er een zorgvraag is die niet door bovenstaande kan worden ingelost, dan wordt georiënteerd op welke (vorm van) zorg wordt ingezet. Wanneer er sprake is van chronische en/of progressieve (medische / somatische) problematiek, waarbij een jeugdige zeer veel persoonlijke verzorging en begeleiding nodig heeft van ouders en/of het sociaal netwerk. Kan in overleg met de Jeugdprofessional worden besloten direct over te gaan tot start met het proces om een PGB aan te vragen.


Maar wanneer er sprake is van problematiek waar door passende jeugdhulp verbetering mogelijk is voor de jeugdige, dan wordt verwacht dat eerst een goede inschatting wordt gemaakt op welke wijze deze problematiek wordt verholpen of tenminste verminderd. Bijvoorbeeld het beter leren omgaan door gezin en omgeving in het geval van autisme, ADHD, GGZ-problematiek en gedragsproblemen. Wanneer er een jeugdhulpaanbieder nodig is om dit te bereiken, wordt verwacht dat er wordt georiënteerd op het beschikbare aanbod in zorg in natura. Omdat maatwerk de basis is van onze afspraken met jeugdhulpaanbieders, wordt verwacht dat zij met het gezin een passend aanbod kunnen maken. Het is mogelijk dat nieuwe jeugdhulpaanbieders die voldoen aan de door ons gestelde eisen, tussentijds een overeenkomst vanuit zorg in natura met ons aangaan. Zodat een eventueel nog niet gecontracteerde jeugdhulpaanbieder van voorkeur van het gezin vanuit ZIN kan worden ingezet. Zo kan er toegezien worden op de kwaliteit van geboden zorg. Als het gezin na gesprekken met jeugdhulpaanbieders van mening is dat er geen passend aanbod kan worden gemaakt, dient dit te worden gemotiveerd.
Vervolgens komt de inschatting van de jeugdhulpaanbieder, het gezin en de Jeugdprofessional om te bepalen welke formele zorg kan worden ingezet vanuit PGB.


Aangezien de gemeente vanuit de jeugdwet garant moet staan voor passende hulp, worden met PGB-beheerders kortlopende afspraken waarin concrete doelen met de door het gezin geboden hulpverlening afgesproken. Daarnaast zal worden getoetst of PGB-houders in staat zijn het budget te beheren.

Regionale beleidsregels

In 2018 en 2019 is gewerkt aan nieuwe beleidsregels die aansluiten op de visie op zorg van West-Brabant West. Hoofdzakelijk zijn er twee redenen dat het PGB-beleid is gewijzigd:

  • PGB niet in lijn met visie op zorg

In de vorige beleidsregels waren de rechten en plichten van zowel gezinnen als gemeenten niet goed omschreven. Daardoor konden situaties ontstaan waarin de Jeugdprofessional niet in staat werd gesteld om een goed beeld te vormen van de problematiek. Ook werden er jeugdhulpaanbieders ingezet die niet voldeden aan de kwaliteitseisen die er van jeugdhulp verwacht wordt. Met PGB-houders werden geen of slechts een beperkt aantal afspraken gemaakt over de doelen die met het budget worden behaald. Tenslotte was er onduidelijk wat gezinnen van de gemeente konden verwachten, en vice versa. Daarmee werd ons inziens niet in het belang van het kind gehandeld.

  • Verschillen in West-Brabant West

De negen gemeenten hadden verschillende PGB-beleidsregels. Daardoor hanteerden de gemeenten verschillende tarieven en hadden een verschillende mate van ondersteuning door de Jeugdprofessional. Dat maakte dat er een ongelijkheid bestond in de negen gemeenten, terwijl we voor alle andere onderdelen van het jeugdstelsel gelijk optrekken.

Daarom is gekozen om de beleidsregels voor PGB regionaal te uniformeren en deze aan te laten sluiten op de uitgangspunten van het stelsel Zorg voor jeugd West-Brabant West. De Jeugdwet heeft als uitgangspunt dat de gemeente zorg moet dragen dat bij vaststelling van een zorgvraag de best passende hulp wordt geboden. Dat kan PGB zijn, in veel gevallen is dat zorg in natura. In de nieuwe regels wordt het PGB niet langer gezien als een voorziening die kan worden aangevraagd, maar een mogelijke uitkomst in he toplossen van uw zorgvraag.

Afspraken PGB

Als een jeugdige na afloop het huidige PGB nog steeds een hulpvraag heeft, kan er contact opgenomen worden met de gemeentelijke toegang voor een afspraak. 
Wanneer er vanuit PGB een jeugdhulpaanbieder in gezet wil worden gelden onder meer de volgende regels:

  • De jeugdhulpaanbieder kan geen reeds door de gemeente gecontracteerde aanbieder zijn voor zorg in natura.
  • Deze aanbieder moet voldoen aan alle voorwaarden die ook gelden voor zorg in natura gecontracteerde aanbieders. De PGB-aanvrager dient hiervoor bewijslast aan te leveren bij de gemeentelijke toegang.
  • Het tarief dat wordt gehanteerd is het tarief dat voortkomt uit het arrangement dat de jeugdhulpaanbieder die is geconsulteerd voor een aanbod zorg in natura zou indienen.
  • Familieleden met een SKJ- en/of BIG-registratie kunnen niet vanuit PGB worden ingeschakeld voor het bieden van formele zorg.

Pagina functies

Mail de redactie

Laatste update: 22-11-2022