De Kwaliteitsmonitor: interview Renate Tempelman


Sinds 2018 is de Kwaliteitsmonitor een belangrijk onderdeel van het jeugdhulpstelsel in West-Brabant West. De Kwaliteitsmonitor helpt ons namelijk de best passende zorg aan onze jeugdigen te leveren. Jeugdigen en ouders kunnen hun stem laten horen. Hoe hebben zij de zorg ervaren? Zijn ze tevreden? Dit is belangrijke input voor zorgaanbieders, lokale toegangen van de gemeenten en gemeentelijke beleidsadviseurs. Zij kunnen deze data gebruiken om hun hulpverlening en beleidsvorming te verbeteren en onderbouwen.

Ervaringen van de gemeentelijke toegang


Onze gemeenten hebben besloten om ook in 2022 en 2023 door te gaan met de Kwaliteitsmonitor. In onze Regiovisie waarin de koers voor de komende staat, is sturen op kwaliteit immers ook als één van de uitgangspunten benoemd. Een belangrijke prioriteit voor de komende twee jaar is het verbeteren van het aanleveren van data door lokale toegangen en zorgaanbieders. Renate Tempelman, kwaliteitsmedewerker bij gemeente Roosendaal, is daar al druk mee bezig.

Waarom vind jij de Kwaliteitsmonitor belangrijk, Renate?

“De kwaliteitsmonitor geeft ons inzicht in onze eigen hulpverlening. Wat doen we goed? Wat kunnen we verbeteren? Daarnaast hopen we beter zicht te krijgen op de kwaliteiten van onze zorgaanbieders, zodat we kinderen goed kunnen doorverwijzen.”

Wat gaan jullie doen om meer data aan te leveren?
“Binnenkort komt Initi8, een belangrijke partner voor de regio voor het implementeren van de Kwaliteitsmonitor, langs bij het overleg met alle lokale toegangen om de Kwaliteitsmonitor onder de aandacht te brengen. Door met elkaar te analyseren waardoor gaten ontstaan in het aanleveren van de gegevens kunnen we ook oplossingen bedenken hoe dit te verbeteren. Voor Roosendaal gaan we nu 78 dossiers na in ZorgNed om te bekijken waardoor in veel gevallen de cirkel niet rond komt voor wat betreft aanlevering.”

Welke wensen heb je nog?

“Naar aanleiding van de dossierstudie komen we waarschijnlijk uit op een aantal aanbevelingen, waarmee we aan de slag gaan. We zijn benieuwd naar de best practices van andere lokale toegangen, zodat we van elkaar kunnen leren en allemaal genoeg data in de Kwaliteitsmonitor krijgen. Dan kunnen we met elkaar het gesprek voeren en onze hulpverlening continu verbeteren.”